‘Disco Inferno’ is een industrieel monster met een onverzadigbare honger naar eigen producten. Veertig jaar artistiek onderzoek, experimenteren en onophoudelijke output vormen de basis voor dit Gesamtkunstwerk, dat gelezen kan worden als een zelfportret van Van Lieshout als obsessieve systeembouwer, ziener, uitvinder, architect, maker van machinesculpturen, ingenieur en grensverschuiver.
Zoals alle AVL-werken is ‘Disco Inferno’ een oefening in zelfvoorziening. Het is een zichzelf in stand houdend universum – een labyrint van talloze sculpturen, handgemaakte machines, hybride motoren, meubels, werk van andere kunstenaars, utopieën en dystopieën – ‘allemaal voortkomend uit de hamer, het ultieme instrument van verandering’. Het industriële monster bestaat uit gigantische, in eigen huis ontworpen en gebouwde machines, een spaghetti-brij van generatoren, pompen en shredders, allemaal aangedreven door een bizarre reeks gebeeldhouwde motoren die op vrijwel alles kunnen draaien (plantaardige olie, boter of zelfgemaakte pyrolyse-olie). ). Het is een schouwspel van de industrie en haar potentieel in eindeloze beweging, maar het enige echte doel van het werk is om door te gaan – en om de jacuzzi in ‘The Happy End of Everything Spa’ te verwarmen. Begeleid door het borrelen en bonzen van al deze machines, “zolang we olie of afvalplastic hebben, kunnen we blijven dansen op de rand van de vulkaan”. JVL
Met ‘Disco Inferno’ boetseert Van Lieshout verder aan een nieuw materieel vocabulaire. Atelier Van Lieshout kreeg internationale erkenning voor levende sculpturale installaties die dienen om onafhankelijkheid te bevestigen of in twijfel te trekken; het uitvinden van objecten, structuren, machines en thematische oeuvres die de grenzen tussen kunst, architectuur en design vernietigen. In de kenmerkende taal van Van Lieshout is alles een experiment van wat ‘zou kunnen zijn’. De grensoverschrijdende praktijk van AVL ontleedt en bedenkt systemen om te flirten met macht, autarkie, politiek, vruchtbaarheid, leven, seks en dood.
Zoals alle AVL-werken is ‘Disco Inferno’ een oefening in zelfvoorziening. Het is een zichzelf in stand houdend universum – een labyrint van talloze sculpturen, handgemaakte machines, hybride motoren, meubels, werk van andere kunstenaars, utopieën en dystopieën – ‘allemaal voortkomend uit de hamer, het ultieme instrument van verandering’. Het industriële monster bestaat uit gigantische, in eigen huis ontworpen en gebouwde machines, een spaghetti-brij van generatoren, pompen en shredders, allemaal aangedreven door een bizarre reeks gebeeldhouwde motoren die op vrijwel alles kunnen draaien (plantaardige olie, boter of zelfgemaakte pyrolyse-olie). ). Het is een schouwspel van de industrie en haar potentieel in eindeloze beweging, maar het enige echte doel van het werk is om door te gaan – en om de jacuzzi in ‘The Happy End of Everything Spa’ te verwarmen. Begeleid door het borrelen en bonzen van al deze machines, “zolang we olie of afvalplastic hebben, kunnen we blijven dansen op de rand van de vulkaan”. JVL
Met ‘Disco Inferno’ boetseert Van Lieshout verder aan een nieuw materieel vocabulaire. Atelier Van Lieshout kreeg internationale erkenning voor levende sculpturale installaties die dienen om onafhankelijkheid te bevestigen of in twijfel te trekken; het uitvinden van objecten, structuren, machines en thematische oeuvres die de grenzen tussen kunst, architectuur en design vernietigen. In de kenmerkende taal van Van Lieshout is alles een experiment van wat ‘zou kunnen zijn’. De grensoverschrijdende praktijk van AVL ontleedt en bedenkt systemen om te flirten met macht, autarkie, politiek, vruchtbaarheid, leven, seks en dood.