Jan Börger (Rotterdam, 1929-2004) is een van de meest excentrieke Rotterdamse beeldend kunstenaars uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Zijn oeuvre bestaat voornamelijk uit pentekeningen in een karakteristieke en eigenzinnige stijl, die vrouwelijke naakten en portretten afbeelden.
Twintig jaar na het overlijden van Börger vindt Brutus het tijd voor een retrospectief van zijn werk.
Het monomane werk van Börger wordt in de tentoonstelling bevraagd door de Rotterdamse kunstenaar Juul Kraijer (Assen, 1970), wier werk regelmatig te zien is en gewaardeerd wordt in binnen- en buitenland.
We vinden overeenkomsten – niet meer dan dat - in het werk van Kraijer. In de periode vanaf 1992 tot 2004 maakte zij uitsluitend tekeningen, de meeste in houtskool, sommige voorzien van kleuraccenten in Conté krijt. Tegenwoordig maakt ze ook sculpturen, foto’s en video’s, waarin de vormentaal en symboliek die ze in haar tekeningen heeft ontwikkeld onmiskenbaar terug te vinden zijn.
Twintig jaar na het overlijden van Börger vindt Brutus het tijd voor een retrospectief van zijn werk.
Het monomane werk van Börger wordt in de tentoonstelling bevraagd door de Rotterdamse kunstenaar Juul Kraijer (Assen, 1970), wier werk regelmatig te zien is en gewaardeerd wordt in binnen- en buitenland.
We vinden overeenkomsten – niet meer dan dat - in het werk van Kraijer. In de periode vanaf 1992 tot 2004 maakte zij uitsluitend tekeningen, de meeste in houtskool, sommige voorzien van kleuraccenten in Conté krijt. Tegenwoordig maakt ze ook sculpturen, foto’s en video’s, waarin de vormentaal en symboliek die ze in haar tekeningen heeft ontwikkeld onmiskenbaar terug te vinden zijn.